Het westen en noorden van het aandachtsgebied bevindt zich in een langgerekte vore. De as van de vore loopt van de Engelse zuidkust Denemarken naar de Oostzee. Restanten van een occlusie liggen in en net noord van deze vore. De drukverschillen boven het aandachtsgebied zijn klein. In de loop van de afgelopen nacht heeft zich boven ons land een zwakke rug van hoge druk opgebouwd, die een uitloper vormt van een hoog boven de Balkan. In de loop van vandaag vormt zich boven Noord-Frankrijk een ondiep (thermisch) laag. In de avond koerst dit naar België terwijl een laag boven Beieren sterk uitdiept. In de nacht naar vrijdag wordt laatstgenoemd laag boven Zuidoost-Duitsland dominant, met vanuit dit laag een verscherpende vore boven de zuidoostelijke helft van ons land. Deze vore blijft vervolgens min of meer op zijn plaats liggen. In de bovenlucht zien we een uitgestrekt laag boven Zuid-Engeland en het Kanaal, dat komende nacht de Noordzee op trekt. Komende avond zien we een volgende trog naderen vanuit Noord-Frankrijk. Deze komt komende nacht tot stilstand boven ons land als apart ondiep hoogtelaag, waarna het vrijdag overdag samensmelt met het hoogtelaag boven de Noordzee
Subtiele verschillen in het gronddrukpatroon kunnen de convectie overdag al behoorlijk beïnvloeden. In grote lijnen zien we de zwakke rug van hoge druk deze nacht en komende ochtend in alle modellen terug. Het echter de vraag in hoeverre de resulterende subsidentie de ontwikkeling van buien in de middag en avond kan onderdrukken. Temeer vanwege thermische effecten overdag, die een zwakke zeewindcomponent en bijbehorende convergentie kunnen veroorzaken. Opvallend is dat alle modellen nu een convectief signaal boven het noordoosten laten zien vandaag, al vanaf 09 UTC. Het uiterste zuiden kan in de loop van de middag en avond te maken krijgen met stevigere buien onder invloed van het thermische laag net ten zuiden van ons land. Het is echter ook mogelijk dat advectieve middelbare en hoge bewolking vanuit Frankrijk de opwarming en daarmee ook de angel uit de buiigheid in het zuiden haalt. Vooral later op de avond gaat de hoogtetrog ook een rol spelen, waardoor de buiigheid in de loop van de avond en nacht zou kunnen toenemen. De modellen lopen behoorlijk uiteen wat de neerslaghoeveelheden betreft, maar mogelijk gaan het zuiden, midden, oosten van het land vrijdag plaatselijk forse etmaalsommen te verwerken krijgen. De berekeningen in de nieuwe runs zijn echter duidelijk gematigder dan de vorige runs. Opvallend is dat EC de vore komende nacht wat noordelijker plaatst dan de andere modellen. Dit lijkt nu niet zo’n waarschijnlijk scenario, zie ook GLAMEPS neerslagkansen. De grenslaag is ook een aandachtspunt. Actueel St bij de occlusierestanten op de Noordzee, vooral het noordwesten van het aandachtsgebied. Zeemist is niet geheel uit te sluiten, actueel zit de St op EHJA bijna op platformhoogte. Modellen geven ook mistkans weer. In de nacht naar vrijdag lijkt de mistkans boven land wat kleiner dan de afgelopen nacht door meer bewolking. Bij de vore waarschijnlijk wel nevel en St.
Er komen aan het begin van de ochtend nog mistbanken voor, die spoedig oplossen. Verder schijnt de zon van tijd tot tijd. Vanaf het einde van de ochtend komen er enkele buien voor, plaatselijk met onweer. De buienkans is eerst het grootst in het noordoosten, in de namiddag en avond in het zuiden. De middagtemperatuur wordt ongeveer 21 graden. De zwakke tot matige wind wordt geleidelijk op steeds meer plaatsen oostelijk.
Vandaag opnieuw ontwikkeling van buien. MUCAPE-patroon in de nieuwe Hirlam-run is behoorlijk anders dan in de vorige run. De 18 UTC run had vanmiddag en vanavond in het zuiden, midden en westen rond 1000 J/kg bij 0-6 km windschering 20-25 kn. De 00 UTC run laat juist boven het noordoosten 1000-1500 J/kg MUCAPE zien, met vergelijkbare waarden pas boven (Zuidwest-)België. De nieuwe run laat nl. een indicatie zien voor een thermisch laag boven Noordwest-Duitsland, wat gezien de huidige satellietbeelden niet onlogisch lijkt met daar relatief veel instraling. Windschering 0-6 km orde 15-20 kn, dus waarschijnlijk pulse storm / multicel. Nu in het noordoosten CAPE*SHEAR/1000 van 25-30, elders veel lager. KOUW en INDECS geven ook veel lagere waarden in de nieuwe berekeningen. Komende avond en nacht MUCAPE oplopend naar 700-1000 J/kg boven het midden en zuiden van het land. Neerslag waarschijnlijk behoorlijk convectief met aanhoudende onweerskansen. Hirlam 00 UTC heeft het zeer natte scenario van de 18 UTC run verlaten. GLAMEPS geeft boven Nederland slechts voor het uiterste oosten en zuidoosten een signaal voor 24-uurssommen van meer dan 20 mm op vrijdag, uiteraard ook door het uitvlakkende effect van verschillen in plaatsing van de convectieve neerslag. MUCAPE vrijdagmiddag boven de zuidelijke helft hoog met lokaal 1500-2000 J/kg in het zuiden en zuidoosten. Windschering orde 10 kn, dus pulse storms dominant. Lage treksnelheid (orde 10 kn), dus kans op grote uursommen. INDECS komt met 90+% voor zuidoosten.
Komende nacht is het half tot zwaar bewolkt en komen er vooral in het midden, zuiden en oosten enkele buien voor, mogelijk met onweer. De minimumtemperatuur wordt omstreeks 13 graden. De wind draait naar richtingen tussen west en noord en is zwak tot matig.
Morgen overdag is het half tot zwaar bewolkt en komen er vooral in het zuiden en oosten enkele stevige regen- en onweersbuien voor, plaatselijk met veel regen in korte tijd. In de avond trekken de buien naar het zuidoosten weg. De middagtemperatuur komt uit op ongeveer 19 graden en de noordwestelijke wind is zwak tot matig.
Op zaterdag 18 juni is er sprake van Rossby golven met een grote amplitude boven de Atlantische Oceaan en Europa. Ons deel van Europa bevindt zich in een brede en langgerekte trog van de Noordelijke IJszee naar Spanje. Hierin bevinden zich meerdere kernen. Een kern boven de Oostzee trekt in de loop van zaterdag noordwaarts over Finland. Hierdoor kan de as van de hoogtetrog, zaterdag 00 UTC nog boven East Anglia, in de nacht naar zondag en zondagochtend oostwaarts ons land passeren. Daarna volgt een toenemende invloed van een hoogterug boven de Britse Eilanden, hoewel een afsnoering van het hoogtelaag in de buurt van Corsica en Sardinië de hoogtetrogas in de buurt houdt. Deze afsnoering lijkt dinsdag 21 juni retrograad naar Frankrijk te bewegen, om woensdag 22 juni over ons land de Noordzee op te trekken en op te gaan in een naderende langgolvige hoogtetrog boven de Britse Eilanden. Aan de grond zien we zaterdag ook een laag boven Noordoost-Europa, met boven ons land een zwakke noordwestelijke stroming. Het Azorenhoog heeft een uitloper boven Ierland, waarvan de as zondagavond 19 juni ons land passeert. Op maandag 20 en dinsdag 21 juni zien we zelfs de opbouw van een centrum van hogedruk boven de Oostzee. In de loop van dinsdag en de rest van de week neemt de cyclonaliteit toe, met vrijdag 24 op zaterdag 25 juni de passage van een thermisch laag met thetaw850 > 17°C.
In het weekend koel met af en toe zon en zaterdag landinwaarts nog buien. Begin volgende week zonnige perioden en op de meeste plaatsen droog met oplopende temperaturen, mogelijk naar zomerse waarden. Wel neemt aan het einde van de periode de kans op een regen- of onweersbui toe.
donderdag 23 juni tot en met donderdag 30 juni
Eerst waarschijnlijk vrij warm zomerweer met dagelijks kans op een regen- of onweersbui. Later in de periode neemt de kans op licht wisselvallig en vrij koel weer toe.
Tot en met maandag 20 juni is de ontwikkeling behoorlijk duidelijk, althans de grote lijnen. Onder invloed van de hoogtetrog zaterdag bij een noordwestelijke aanvoer vooral landinwaarts nog buiig. Vanaf zondag zien we in vrijwel alle leden dat ons land aan de (noord)westzijde van de trogas komt te liggen. In vrijwel alle leden zien we de opbouw van de genoemde hoogterug. De verdere ontwikkeling vertoont echter behoorlijke verschillen begin volgende week. De Oper oplossing met noordoostenwinden aan de flank van een apart Oostzeehoog is in de minderheid. Waarschijnlijker lijkt het dat de uitloper van het Azorenhoog ten zuiden en oosten van ons land komt te liggen met een zwakke aanvoer uit richtingen tussen zuid en west. Wel zien we in de eerste helft van volgende week langzaam de kans op een bui weer toenemen als de invloed van lagedruk ten noordwesten van ons land toeneemt. In de tweede helft van de volgende week zien we vooral in de CAPE-pluim een toename in potentieel onstabiele oplossingen. Vrijwel alle berekeningen laten dan ook in de bovenlucht een toenemende cyclonaliteit zien op nadering van een langgerekte hoogetrog vanuit het westen. In het weekend van 25/26 juni zien we in toenemende mate oplossingen met een afsnoering van deze hoogtetrog boven Zuidwest-Europa, met boven h