Een omvangrijk hoog ligt boven onze omgeving. Gedurende de periode trekt het centrum van het hoog langzaam richting het zuiden van Duitsland, maar daarbij houdt het een NW-ZO georienteerde rug over ons land. Boven het westelijk deel van de Noordzee (Om 04 UTC ongeveer ter hoogte van de lijn EHPG-EHKV-EHFZ, dauwpunten 10-12 C) bevindt zich een zwak front. Aan de noordflank van het hoog en de rug beweegt dit front overdag langzaam als warmtefront oostwaarts over het noorden van het land. In het warmtefront lijkt een heel subtiel golfje over het uiterste noordoosten van ons land zuidoostwaarts te bewegen. Het front stagneert vanavond boven het noorden, het zuid(oost)en blijft in de polaire lucht. Maandag lijkt het front later op de dag weer iets naar het noorden te bewegen als aan de westflank van de rug de stroming wat meer zuidelijk wordt.
De modellen hebben sinds gisteravond al veel moeite met de correcte representatie van de AC-velden. Deze velden vertonen een grillig beeld in het oplossen en weer ontstaan ervan. Het is maar een dun laagje rond FL100, maar het zorgt wel voor een erg wisselend beeld in het voorkomen van de mist(banken) op dit moment. Nowcasten momenteel het devies. Tevens komt in het westen van het land lokaal ST voor, ook hier hebben de modellen grote moeite mee. De positie van het front aan de grond is te herkennen in de dauwpunten van de diverse modellen. Daarin zijn verschillen te herkennen, ook in de vorige run was dat het geval. Over het algemeen lijkt Harm38 het meest zuidelijk. Harm36 heeft het front alleen boven het uiterste noorden van het land. Voor de nacht naar maandag komen alle modellen met een duidelijk signaal voor mist op uitgebreide schaal. De vraag is weer waar het frontje precies komt te liggen en waar eventueel bewolking aanwezig is om de uitstraling tegen te gaan. Ook in de neerslag op het warmtefront zien we verschillen, Hirlam is hierin het meest actief en het meest uitgebreid.
Vanochtend wisselen wolkenvelden en opklaringen elkaar af. In opklaringen zijn op diverse plaatsen mistbanken ontstaan die vooral in het westen lokaal verkeersbelemmerend kunnen zijn. In het noorden wordt de bewolking geleidelijk dikker en kan er wat lichte (mot)regen voorkomen. Vanmiddag blijft het in het noorden bewolkt met vooral in het noordoosten wat lichte (mot)regen, in het zuiden is er meer ruimte voor de zon. De maximumtemperatuur ligt rond 14°C. De wind is zwak en veranderlijk, in het noorden uit een zuidwestelijke richting. Vanavond klaart het met uitzondering van het noorden op en ontstaan er wederom mistbanken.
Komende nacht komt in het noorden nog wat bewolking voor, elders is grotendeels onbewolkt. Op veel plaatsen kan er (dichte) mist gaan ontstaan. De minimumtemperatuur ligt tussen de 4°C in het zuiden van het land tot 10°C in het noorden van het land. Er staat een zwakke wind uit uiteenlopende richtingen.
Morgenochtend begint op meerdere plaatsen met mist, in het noorden komt nog steeds bewolking voor. In de middag is de mist op de meeste plaatsen opgelost en komt de zon geregeld tevoorschijn. Het blijft overal droog en de maximumtemperatuur ligt rond 14°C. De zwakke wind komt uit overwegend zuidelijke richtingen.
Aanvankelijk hebben we nog te maken met een hoogterug waarbij we ons aan de grond in de zachte lucht bevinden. Dit hoog wordt op dinsdag afgebroken en dan komen we onder invloed van een hoogtelaag dat vanaf IJsland richting Scandinavie beweegt. Aan de grond maakt het omvangrijke hoog plaats voor lage druk boven West- en Noord-Europa. In de loop van dinsdag 1 november komt een inactief koufront door en komen we in de frissere polaire lucht. Vervolgens treedt er een overwegend (noord)westelijke stroming in met een opeenvolging van (zwakke) troggen en ruggen. Dit geeft aanvankelijk een licht wisselvallig beeld, vanaf het weekeinde van 5/6 november en de week erop neemt de wisselvalligheid toe. De opbouw van een Atlantische rug zorgt er dan voor dat (hoogte)lagen naar onze omgeving afzakken en daar blijven rondtollen. De stroming is dan overwegend noordwestelijk met aanvoer van tamelijk frisse polaire lucht.
Licht wisselvallig najaarsweer met temperaturen die dalen naar de normale waarden voor de tijd van het jaar. In de tweede helft van de week waarschijnlijk toenemende kans op regen.
zondag 06 november tot en met zondag 13 november
Wisselvallig met temperaturen rond of iets onder de langjariggemiddelden. De kans op nachtvorst neemt daarbij toe.
Tot en met dinsdag 2 november is de onzekerheid in het EPS niet bijzonder groot, al zien we a.g.v. de onzekerheid in de bewolkingsgraad en het oplossen van eventuele mist wel wat kleine spreiding in de temperatuur. In alle members is de daling in dauwpunt corresponderend met het doorkomen van het koufront zichtbaar. Daarna neemt de onzekerheid wel toe, waarschijnlijk heeft dit te maken met faseverschillen in de doorkomst van ruggen en troggen. Dit zou enkele stralingsnachten kunnen opleveren waarbij de kansen op nachtvorst toenemen naar ongeveer 30-40% landinwaarts (staafdiagrammen). We weten echter dat in de staven deze kansen over het algemeen onderschat worden. In een stralingsnacht is het heel reëel dat het dan tot nachtvorst komt. Dit levert een kleine kans op (condensatie/bevriezings)gladheid op stalen bruggen op vanaf woensdag 3 november. Op de wat langere termijn zijn de clusters met een Atlantische rug veruit in de meerderheid. Een goed doorstroomde zonale stroming lijkt er dus niet te komen. De positie van deze rug is wel erg onzeker en de spreiding in de pluim voor bijna parameters neemt dan ook sterk toe. De kans is echter wel groot dat de temperatuur naar normale waarden terugvalt, later waarschijnlijk naar iets onder gemiddeld. De neerslagkans bedraagt ongeveer 50-60%. Aan het einde van de periode neemt de kans op een zonale stroming toe (4 van de 6 clusters, circa 70% van de members).