Een lagedrukgebied boven de Duitse Bocht beweegt zuidwestwaarts en vult op. Het hoogtelaag, ook boven de Duitse Bocht, beweegt noordoostwaarts. Om het laag gedraaid zijn occlusierestanten aanwezig. In de kern van het hoogtelaag is de bovenlucht behoorlijk koud, ca -30°C. West van het Iberisch Schiereiland is een lagedrukgebied aanwezig. Dit laag trekt langzaam zuidwaarts waarbij op de oostflank ervan zachtere lucht over Frankrijk noordwaarts weet op te dringen.
De modellen ontlopen elkaar niet veel voor wat betreft de synoptische ontwikkeling. De neerslagpatronen rond het opvullende en wegtrekkende laag komen ook vrij goed overeen. De buiige regen blijft beperkt tot het noorden van het land. Wat betreft de opdringende neerslag vanuit het zuiden zondagavond/maandagnacht zien we wel verschillen ontstaan. Hirlam/EC hebben maandagnacht van het zuiden uit af en toe lichte neerslag. De beide Harmonies geven de neerslag tot over de Ardennen maar deze in dit soort situaties (lichte neerslag op naderend warmtefront) minder betrouwbaar. Voorlopig houden we Hirlam/EC aan. Verder grote verschillen in de condities in de grenslaag komende avond/nacht en morgenochtend. maar het signaal dat de modellen afgeven is wel tamelijk eenduidig nl: in opklaringsgebieden ontstaat makkelijk mist en waarschijnlijk weinig of geen St. In het noorden is meer bewolking aanwezig, mogelijk ook St, samenhangend met de daar aanwezige occlusierestanten, en daar dan ook lagere mistkansen. Harmonie laat voor de van het zuiden uit oprukkende bewolking, zondagavond/maandagnacht nog mist ontstaan. Hangt af van de hoeveelheid en snelheid waarmee de bewolking noordwaarts beweegt.
In de ochtend is er op veel plaatsen (dichte) mist of laaghangende bewolking aanwezig. In het noorden van het land komt een enkele bui voor. De mist en lage bewolking lossen geleidelijk op en de zon die in het westen al schijnt komt in de middag op meer plaatsen tevoorschijn. Bij een zwakke tot matige oostenwind wordt het in de middag ongeveer 10°C.
Vanavond en vannacht neemt de bewolking langzaam toe. In het zuiden kan lokaal wat regen vallen. In de noordelijke helft is er opnieuw kans op mist. De minima lopen uiteen van 2°C in het noordoosten tot 8°C in het zuiden van het land. Daarbij staat er een zwakke oostelijke wind.
Maandag overdag overheerst de bewolking en met name in de zuidelijke helft valt er soms lichte regen. Het kwik blijft steken rond 9°C bij een meest matige oostelijke wind.
Een hoogtelaag boven Zuid Zweden beweegt langzaam noordwaarts en vult verder op. Een (hoogte)laag ten zuidwesten van het Iberisch Schiereiland beweegt zuidwaarts. Boven het aandachtsgebied komt tijdelijk een meanderende zonale stroming te staan waarin enkele ruggen en troggen elkaar opvolgen. Het merendeel van de members laat in de tweede helft van de week een opbouwende hoogterug zuid van onze omgeving wat verder noordwaarts komen en daarmee wordt het zonale stromingspatroon wat naar het noorden gedwongen. Na het volgende weekeinde keert dit patroon weer terug boven onze omgeving. Nabij IJsland diept dan een volgend hoogtelaag uit dat de dagen daarna richting Noordzee gaat bewegen. Op de grondkaart zien we vanaf midden komende week een hoog opbouwen boven Frankrijk alsmede een lagedrukgebied nabij IJsland. Volgende week zondag is het hoog naar (zuid)oost weggetrokken en ligt het lagedrukgebied boven Noorwegen, om dan via Denemarken naar het noordoosten te trekken. In de week daarna komt het aandachtsgebied onder invloed van een sterk meanderende zonale stroming.
Aanvankelijk af en toe regen, maar al vrij snel rustig en meest droog herfstweer met kans op mist in de nacht en ochtend. De temperaturen liggen de normale waardes van 13-14 graden.
zondag 30 oktober tot en met zondag 06 november
Kans op een overgang naar een licht wisselvallig weertype (50-60%). De temperatuur komt onder onder het langjarig gemiddelde terecht.
Het beschreven scenario wordt, op enkele timingsverschillen na, vrij redelijk weergegeven in de pluim, de zekerheid lijkt dus redelijk groot 70-80%. Vanaf het volgende weekeinde neemt de onzekerheid fors toe ten gevolge van de timing en positie van de opeenvolgende troggen en ruggen.