Thursday 25 April
Weerman Jannes Wiersema
Een lagedrukgebied tussen IJsland en Schotland koerst noordwaarts en vult op. Bijbehorend koufront, 03 UTC boven Wales, trekt zuidoostwaarts, bereikt vanochtend het westen van de FIR en passeert ons land in de loop van de middag en eerste helft van de avond van west naar oost. Langs de Engelse oostkust ontwikkelt zich in de loop van de middag een kleinschalige trog of een laagje, dat oost-zuidoostwaarts trekt en onder de linkeruitgang van de jet mogelijk nog wat uitdiept. Dit trekt woensdag 00 UTC over Amsterdam oostwaarts en vult vervolgens snel op. Doordat op hoogte het laag inmiddels helemaal is afgesnoerd, draait het oorspronkelijke laag woensdagochtend in cyclonale zin van noordwest naar zuidoost over het land. Hier omheen is een occlusie gedraaid, waarvan het NNW-ZZO georienteerde deel woensdag tot aan de middag boven het westen en zuiden van het land blijft slepen.
In de koudere polaire luchtmassa na passage van het koufront zien we (relatief) kleine verschillen optreden in druk- en neerslagvelden. Hirlam laat zoals vaker op deze termijn in deze luchtsoort makkelijk meerdere kleine lagedrukgebieden ontwikkelen. Eerste aandachtspunt is de ontwikkeling van een klein secundair laagje langs de Engelse oostkust. Dit trekt rond middernacht via Texel oostwaarts, dus wat noordelijker dan in Hirlam18. Woensdagochtend volgt een tweede laag en ook de koers en timing hiervan is nog onzeker, hoewel de verschillen gezien de termijn niet zo groot zijn en weer iets minder groot zijn dan bij de vorige runs. In Hirlam18 en EC18 trekt dit laagje via Noord-Holland naar de Achterhoek. Harmonie38 doet dit ook, maar dan een paar uur later. De boven beschreven verschillen hebben wel gevolgen voor neerslag en wind. We houden voorlopig het tamelijk consistente scenario van Hirlam/EC aan. Harmonie 36 wijkt als enige sterk af van de andere modellen.
Vanochtend is er in het midden en oosten nog ruimte voor de zon, maar van het westen uit neemt de bewolking snel toe. In de kustgebieden komt vanochtend al een enkele bui voor, mogelijk met onweer. In de middag en tijdens het eerste deel van de avond trekt een gebied met regen en stevige buien, mogelijk met onweer en windstoten, van west naar oost over het land. Daarachter wordt het wisselend bewolkt, maar blijft de kans op een bui bestaan. In de avond neemt de buienactiviteit aan de kust opnieuw toe. Ook dan zijn onweer en windstoten mogelijk. De maximumtemperatuur ligt rond 13°C. De zuidwestelijke wind wordt matig, aan zee vrij krachtig tot krachtig en mogelijk even hard. In de loop van de middag draait de wind naar west.
Eerst enkele geisoleerde buien. Op het koufront (onweers)buien. De CAPE-waardes zijn gering, maar er staat wel veel schering (30-40 knopen). Enige organisatie/lijnvorming is waarschijnlijk. In de polaire lucht zien we iets meer CAPE (lokaal 400-700 J/kg), maar op het moment dat de progtemps maximale onstabiliteit laten zien is de schering 20-30 knopen. Convectieve modus dus nog steeds multicel. Aandachtspunt is de neerslagsom. Het was al duidelijk zichtbaar in het ECEPS, die met 30-70% kans komt op 10-30 mm in 24 uur, maar we zien dit ook terug in de nieuwste modeluitvoer. De deterministische modellen doen er lokaal nog een schepje bovenop, lokaal meer dan 20 mm op dinsdag.op woensdag, op woensdag lokaal meer dan 40 mm. Zwaartepunt dinsdag waarschijnlijk in het westen en noordwesten. woensdag meer boven het midden en mogelijk ook zuiden (langzaam trekkende occlusie). De grotere hoeveelheden regen hangen samen met een voortdurende aanvoer van buien.
In de nacht naar woensdag trekt een volgend gebied met buiige regen over het land. De minima lopen uiteen van 10 graden aan zee tot 6 graden in het noordoosten. De wind komt overwegend uit richtingen tussen zuid en west en is matig. Aan de westkust neemt de wind waarschijnlijk toe naar krachtig tot hard uit westelijke richtingen.
Woensdag overdag verplaatsen de (onweers)buien zich langzaam zuidwaarts. In het noorden zijn er dan waarschijnlijk zonnige perioden en lijkt de buienkans aanmerkelijk kleiner. De maximumtemperatuur ligt rond 12 graden. De wind draait overal naar het noord- tot noordwesten en neemt in de loop van de dag af naar zwak tot matig, het laatst aan de Zeeuwse kust.
Een hoogtelaag boven Duitsland blijft tot zaterdag 22 oktober min of meer stationair. Ondertussen bouwt een hoogterug boven Ierland zich verder op en breidt uit naar de Noorse zee. In het weekeinde ontstaat een apart hoog boven het noorden van Scandinavie, waardoor er weer een blokkade ontstaat. Ook aan de grond is er een laag boven Duitsland aanwezig en is de stroming in ons aandachtsgebied de eerste dagen nog cyclonaal is met vooral boven zee convectie. Verder lijkt een stroming van het oosten uit op te dringen tijdens het weekeinde. Begin van volgende week schuift dit patroon langzaam oostwaarts. Vanuit een langgerekte hoogtetrog die zich ten westen van genoemde blokkade bevindt, snoert zich ten westen van Portugal een hoogtelaag af. Ten noorden van de afsnoering bouwt zich in de loop van de volgende week een hoog op tussen IJsland en Schotland. Deze ontwikkeling zorgt in ons aandachtsgebied voor een (stevige) oostelijke stroming.
Met name op donderdag nog een enkele bui. Daarna meest droog met af en toe zon en maximumtemperaturen iets onder het langjarig gemiddelde.
dinsdag 25 oktober tot en met dinsdag 01 november
Vrij grote kans (60-70%) op overwegend droog herfstweer. De temperatuurverwachting is onzeker.
Tot en met maandag zijn de clusters eenduidig; allen tonen het hoogtelaag dat boven Duitsland rondtolt en vervolgens het laag ten zuidwesten van Ierland, wat bij ons voor een zuidwestelijke stroming zorgt. Na het weekeinde nemen de verschillen toe, hoewel een groot deel van de EPS-leden een hoogterug boven onze omgeving tonen. De eerste dagen is het patroon duidelijk: de wind gaat naar een noordoostelijke richting, terwijl na woensdag de neerslagkansen afnemen en de temperaturen nog een klein stapje terug doen. Op de langere termijn neemt de onzekerheid flink toe: de kans hogedrukinvloed met droog weer is nog steeds groter dan de kans op een wisselvallig weertype (60-70 om 30-40%), maar de onzekerheid in temperatuur is groot.
