Wednesday 24 April
Weerman Jannes Wiersema
Een laag (zowel aan de grond als in de bovenlucht) met de kern om 03 UTC net ten oosten van Hannover verandert de komende periode maar weinig van plaats. Rond het laag draaien af en toe kleine, secundaire kernen cyclonaal rond en trekken soms over onze omgeving. Occlusierestanten zijn ook om het laag heen gedraaid en deze trekken ook af en toe over ons aandachtsgebied. Meest herkenbare occlusie-band ligt 03 UTC van Groningen via Sleeswijk-Holstein naar het zuiden van Zweden en trekt langzaam zuidwestwaarts, waarbij de orientatie steeds verder kantelt naar noordwest-zuidoost. Rond 12 UTC wordt deze band ongeveer van Texel naar Arnhem verwacht en rond 16 UTC verlaat deze het land. Tussen 09 en 15 UTC trekt bovendien een zwakke hoogtetrog van noordoost naar zuid over het land. Ten noordoosten van deze occlusie lijken er geleidelijk weer opklaringen te komen. Een volgende secundair laagje trekt vrijdag overdag over het uiterste westen van Duitsland zuidwaarts.
De hierboven beschreven synoptische situatie zien we in alle modellen terug. Maar er zijn wel degelijk verschillen op kleinere schaal te zien. Die verschillen hebben dan te maken met de positie en timing van de secundaire kernen en occlusierestanten wat uiteraard van invloed is op de wind- en neerslagpatronen die soms sterk uiteenlopen. Het is lastig aan te geven welk model het beste gevolgd kan worden. Veel meer dan dat valt er niet over te zeggen of het zou moeten zijn dat het niet verstandig is om de uitvoer van welk model dan ook nu deterministisch te gebruiken.
In het oosten en zuiden is vanmorgen eerst lokaal mist of laaghangende bewolking aanwezig. De mist lost in de loop van de ochtend op. In de kustprovincies is het half tot zwaar bewolkt en komen enkele buien voor met een kleine kans op onweer, terwijl een gebied met af en toe (mot)regen boven het oosten en noordoosten in de loop van de dag langzaam naar het zuiden en zuidwesten trekt. Daarachter wordt het van het noordoosten uit op steeds meer plaatsen droog en krijgt de zon wat meer ruimte. De middagtemperatuur ligt rond 11 graden. Boven land is de wind aanvankelijk zwak tot matig uit richtingen tussen west en noord, aan zee is de noordelijke wind (vrij) krachtig. In de loop van de middag en avond neemt de wind in het binnenland af naar zwak en draait naar het noorden, aan zee neemt de wind af naar matig.
In de nacht naar vrijdag is het wisselend bewolkt met slechts een enkele bui. Lokaal kunnen weer mistbanken ontstaan. De minimumtemperatuur loopt uiteen van 10 graden vlak aan zee tot lokaal 2 graden in het binnenland. De wind is overwegend noordelijk, zwak tot matig.
Vrijdag overdag is het half tot zwaar bewolkt met plaatselijk een bui. In het oosten is er kans op regen of motregen. In de middag wordt het een graad of 12. De wind wordt boven land meest westelijk en is zwak tot matig, langs de kust staat een noordelijke wind die soms (vrij) krachtig is.
Een hoogtelaag boven Duitsland blijft tot zaterdag 22 oktober min of meer stationair. Ondertussen bouwt een hoogterug boven Ierland zich verder op en breidt uit naar de Noorse zee. In het weekeinde ontstaat een apart hoog boven het noorden van Scandinavie, waardoor er weer een blokkade ontstaat. Ook aan de grond is er een laag boven Duitsland aanwezig en is de stroming in ons aandachtsgebied de eerste dagen nog cyclonaal is met vooral boven zee convectie. Verder lijkt een storing van het oosten uit op te dringen tijdens het weekeinde, maar die blijft waarschijnlijk net ten noorden en ten oosten van ons aandachtsgebied. Begin van volgende week schuift dit patroon langzaam oostwaarts. Vanuit een langgerekte hoogtetrog die zich ten westen van genoemde blokkade bevindt, snoert zich ten westen van Portugal een hoogtelaag af. Er dringt aan de oostflank van het genoemde hoogtelaag een storing op naar het noorden, die maandag of dinsdag over het land trekt. De eerder genoemde blokkade wordt daarna opgeheven en er stekt zich een meanderende westelijke stroming in vanaf halverwege volgende week.
In het weekeinde overwegend droog met af en toe zon en maximumtemperaturen iets onder het langjarig gemiddelde. Daarna af en toe regen en waarschijnlijk hogere temperaturen.
donderdag 27 oktober tot en met donderdag 03 november
Vrij grote kans (60-70%) op overwegend droog weer, 30-40% kans op het aanhouden van het (licht) wisselvallige weertype. De temperatuur ligt aanvankelijk op of iets boven het langjarig gemiddelde, later waarschijnlijk wat kouder.
Tot en met zondag zien de ontwikkelingen er tamelijk eenduidig uit. Daarna zien we verschillen ontstaan en zijn verschillende scenario’s mogelijk. In vergelijking met de voorgaande runs is nu in veel meer EPS-leden de overgang naar een (licht) meanderende westelijke stroming te zien (60-70%). De overgang wordt in gezet in de loop van maandag 24 oktober, als aan de oostflank v an het afgesnoerde laag een frontensysteem passeert. Neerslagkansen nemen dan duidelijk toe, maar in de tweede helft van volgende week lijkt in de meeste leden de hogedrukinvloed te overheersen. Daarbij is de positie van het hoog sterk bepalend voor de aangevoerde luchtsoort. In een meerderheid van de leden zien we het zwaartepunt vanaf woensdag 26 oktober ten zuiden van ons land. We zien vanaf dinsdag de Td oplopen naar 10-12 graden, terwijl de windrichting in de meeste leden in de west- tot zuidwesthoek kom
