Friday 19 April
Weerman Jannes Wiersema
Het centrum van een hogedrukgebied ligt vanochtend boven het noorden van Frankrijk en Het Kanaal en verplaatst zich heel langzaam noordoostwaarts en ligt morgen België en het zuiden van ons land. Een lagedrukgebied dat vandaag boven de Noorse ligt beweegt zaterdag over Scandinavie zuidoostwaarts richting Rusland. Een bijbehorend koufront boven het noorden van de Noordzee bereikt aan het begin van de middag het noorden van het land. Dit front komt in de nacht naar zaterdag boven het rivierengebied tot stilstand wanneer het eerdergenoemde hoog nagenoeg recht boven onze omgeving komt te liggen. De frontale kenmerken van het front zullen door subsidentie steeds verder vervagen. Boven het noordelijk deel van de FIR beweegt het front weer als warmtefront naar het oosten. Tot aan koufrontpassage bevinden we ons in zachte en vochtige lucht, noord van het front hebben we te maken met drogere polaire lucht.
Aandachtspunten liggen bij de stratusvorming in de vochtige lucht en de lichte coalescentieneerslag op het koufront. Vanmiddag en vanavond is HARM36 boven het oosten en zuidoosten weer het meest enthousiast met de vorming van stratus. Voor de nacht naar zaterdag en zaterdagochtend zijn de mistkansen weer van belang.
Vanochtend is er veel bewolking en kan er af en toe lichte regen of motregen vallen. In de loop van de middag breiden opklaringen boven het noorden van het land zich langzaam zuidwaarts uit. De maximumtemperatuur ligt rond 14°C. De west- tot zuidwestenwind is matig, aan de kust en boven het IJsselmeer af en toe vrij krachtig. In de loop van de dag neemt de wind geleidelijk af.
Komende nacht zijn er in de noordelijke helft van het land opklaringen en koelt het in het noordoosten af naar lokaal 3°C. In de zuidelijke helft van het land blijft het overwegend bewolkt en kan valt er soms nog wat lichte regen of motregen, daar wordt het niet kouder dan een graad of 11. Bovendien kan in het midden en zuiden van het land in de loop van de nacht lokaal mist ontstaan. De wind komt uit richtingen tussen west en noordwest en is zwak, langs de kust matig, in de zuidelijke helft van het land valt de wind in de tweede helft van de nacht zelfs geheel weg.
Zaterdagochtend schijnt vooral in de noordelijke helft van het land de zon, in het midden en zuiden komen ook mistbanken en wolkenvelden voor. In de middag is er overal ruimte voor de zon. Later in de middag en avond komt er van het westen uit weer meer bewolking. De maximumtemperatuur loopt uiteen van 13°C in het noordoosten tot lokaal 16°C in het zuidwesten van het land. De wind is aanvankelijk zwak en veranderlijk maar wordt in de loop van de dag zwak westelijk.
In het weekeinde ligt er een omvangrijk hogedrukgebied boven onze omgeving en de aanwezige lucht is zacht en vochtig. Dit hoog zakt dinsdag weg richting Zuidoost-Europa. Vanaf halverwege de week geraken we in de polaire lucht na het passeren van een frontaal systeem, behorend bij een lagedrukgebied dat via Scandinavie richting de Finse Golf beweegt. In de tweede helft van volgende week en in het daar opvolgende weekeinde zien we in het hoogtepatroon ten westen van een Ierland een blokkade met een bijbehorend hoog aan de grond. In de noordwestelijke stroming bewegen opeenvolgend ruggen en troggen over onze omgeving.
Tot en met dinsdag rustig en vrij zacht najaarsweer met vrij veel bewolking en weinig neerslag. Vanaf woensdag lagere temperaturen en af en toe regen.
vrijdag 04 november tot en met vrijdag 11 november
Over het algemeen rustig najaarsweer met af en toe regen en temperaturen iets beneden het langjarig gemiddelde.
Tot halverwege volgende week wordt het algemene stromingspatroon door de EPS-leden redelijk eenduidig beschreven, de spreiding in de windrichtingpluim is tamelijk gering. In de temperatuur zien we een veel grotere spreiding, met name in de minima. Deze spreiding wordt waarschijnlijk veroorzaakt door verschillen in de berekende hoeveelheid bewolking, de heldere nachten leveren beduidend lagere minima op. Tot en met dinsdag is de kans op neerslag zeer gering. Vanaf halverwege de week zien we de neerslagkansen toenemen a.g.v. het laag dat over Scandinavie oostwaarts beweegt. We komen bovendien in de polaire lucht terecht waardoor de temperatuur een stapje terug doet naar waarden rond of iets beneden het langjarig gemiddelde. In de tweede helft van de week zien we de spreiding in de oplossingen wel toenemen. Het hoog boven de Atlantische Oceaan is in de meeste EPS-leden wel aanwezig maar de exacte positie wordt niet eenduidig berekend. In sommige leden bevinden we ons onder invloed van een uitloper van dit hoog en in andere leden hebben we veel meer te maken met een cyclonaal stromingspatroon. De kans op vorst in de nachten bedraagt ca. 20%. De neerslagkans ligt rond 40%. Echte uitschieters in de wind zien we niet.
