Thursday 25 April
Weerman Jannes Wiersema
Een vrij stevige westelijke stroming voert maritiem polaire lucht aan. Een zwakke NO-ZW georienteerde grondtrog trekt vannacht en in de eerste ochtenduren zuidoostwaarts over het land. Een bovenluchttrog boven de Ierse Zee en Wales, met 500-hPa temperaturen van -35 tot -39 graden, trekt oost- tot zuidoostwaarts en bereikt het (zuid)westen van het land tegen de middag. Deze bovenluchttrog verlaat het zuidoosten later in de middag. Bovendien bereikt een oost-west georienteerde occlusie het noorden in het begin van de middag. Deze trekt zuid(oost)waarts over het land en verlaat het zuidoosten halverwege de avond. In de nacht naar donderdag en donderdagochtend passeert een goed doorstroomde trekrug het aandachtsgebied van west naar oost. Deze rug wordt snel opgevolgd door een frontaal systeem, dat actueel gekoppeld is aan een laag nabij de zuidpunt van Groenland. Het is een complex geheel van fronten die op elkaar inlopen en het uiteindelijke resultaat doet boven onze omgeving nog het meest denken aan een warmtefrontafloper die vanaf donderdagochtend van noordwest naar zuidoost trekt. Daarvooruit zit nog een oude occlusie, die boven onze omgeving lijkt te activeren. Het eigenlijke warmtefront ligt aan het einde van de periode NW-ZO georienteerd boven het zuidwesten van het land, maar is dan weinig actief.
Het is wisselend bewolkt en plaatselijk valt er een bui. De temperatuur loopt uiteen van 3 graden plaatselijk landinwaarts tot 6 graden aan zee. De west- tot zuidwestenwind is overwegend matig, aan de kust en op het IJsselmeer (vrij) krachtig, 5 of 6 Bft.
Overdag schijnt de zon af en toe. Vooral in de middag komen er buien voor met daarbij plaatselijk korrelhagel, mogelijk ook onweer. Met middagtemperaturen van 5 of 6 graden is het minder zacht dan de afgelopen dagen. De westenwind is overwegend matig, aan zee en op het IJsselmeer krachtig. In de avond neemt de wind langzaam af en wordt in de kustgebieden tijdelijk noordwestelijk.
Bij de zwakke grondtrog enkele buien. Preflits heeft af en toe ook een signaal, maar dit lijkt vooral door de korrelhagel te komen. De bovenluchttrog wordt door Hirlam en EC minder actief boven het zuiden van het land berekend dan in HARMONIE. Opvallend is dat de parallele runs van HARMONIE, vooral HARATU, ook minder actief zijn. Tot donderdagochtend is de neerslag meest convectief, met bij de bovenluchttrog en bij de occlusie kans op korrelhagel en onweer. HARMONIE laat zowel bij de bovenluchttrog als bij de occlusie een zwak onweerssignaal zien. De frontale neerslag op donderdagochtend begint in HARMONIE later, maar HARMONIE heeft meestal moeite met het berekenen van neerslag verder voor een front uit. Parallele HARMONIE-runs komen wederom beter overeen met Hirlam en EC. Totale neerslag komende 48 uur 5-10 mm, het meest op de donderdagochtend. Een vlok (klets)natte sneeuw dieper landinwaarts bij een bui of aan de noordoostkant van de warmtefrontafloper is niet uit te sluiten, NESO laat dit ook in geringe mate zien.
In de nacht naar donderdag verdwijnen de meeste buien. De bewolking neemt van het westen uit steeds verder toe. De minima lopen uiteen van 2 graden in het zuidoosten tot 6 graden aan zee. De west- tot zuidwestenwind is matig, aan zee en op het IJsselmeer vrij krachtig, in het Waddengebied en aan mogelijk aan de noordwestkust krachtig.
Donderdagochtend gaat het van het westen uit enkele uren regenen. In de middag wordt het van het westen uit droger en vooral het noorden ziet mogelijk nog de zon. In de zuidelijke provincies blijft er echter nog af en toe lichte regen vallen. De maximumtemperatuur ligt tussen 4 graden in het uiterste noordoosten en 10 graden in het zuidwesten. De wind is in de ochtend zuidwestelijk en landinwaarts matig, in het Wadden- en IJsselmeergebied vrij krachtig en aan de westkust krachtig. De wind draait in de middag van het westen uit naar het noordwesten en neemt in de avond af naar zwak tot matig.
Het synoptische beeld wordt deze periode bepaald door een meanderende westcirculatie. Op de westelijke Atlantische Oceaan slaan er voortdurend instabiele golven in het polaire front, waardoor depressies ontstaan die noordwest en noord van het aandachtsgebied blijven. In meer detail: in de loop van vrijdagochtend 5 februari trekt een warmtefront oostwaarts over het land, waarna het gehele aandachtsgebied in een brede warme sector terechtkomt. Op zaterdag 6 februari komt het noorden van het aandachtsgebied tijdelijk in de polaire lucht terecht, het buigpunt van het polaire front ligt dan boven ons land. Het koufront trekt in de nacht naar zondag 7 februari oostwaarts over het land. Maandag volgt dan weer tijdelijk een warme sector met een tijdelijke flinke toename van de drukgradiënt. De rest van de volgende week is het een komen en gaan van fronten, waarbij we ons meestal in polaire lucht, maar af en toe in een (smalle) warme sector bevinden. De drukverschillen in het aandachtsgebied zijn daarbij wel duidelijk kleiner dan op maandag 8 februari.
Zacht weer met veel bewolking en vrijwel iedere dag regen of enkele buien. Begin volgende week veel wind.
woensdag 10 februari tot en met woensdag 17 februari
Grote kans op een aanhouden van het tamelijk zachte en wisselvallige weer. De kans een wat kouder weertype is klein.
Aandachtspunt is de wind van zondagavond 7 februari tot dinsdagochtend 9 februari. Staafdiagrammen laten zien dat 75-90% van de leden voor maandag zware windstoten berekent voor de diverse landpunten. Voor Den Helder geeft 40% meer dan 100 km/uur op maandag. Wateropzet komt nergens met 20% of meer kans op waarschuwingspeil. Aan het einde van de deterministische run (dinsdag 9 februari 12 UTC) zien we achter een backbent-occlusie een diepe NNW-stroming het aandachtsgebied bereiken. Op hoogte is er dan rugvorming ten westen van Ierland. Dit scenario wordt door ongeveer 20% van de leden ondersteund. De overige leden tonen de hoogterug in mindere mate, waarna zich tegen het einde van de periode in vrijwel alle oplossingen weer een westcirculatie lijkt te ontwikkelen. Wel is er een verschil in de positie van de straalstroom, die zowel noord als zuid van het aandachtsgebied kan komen te liggen. Dit verklaart ook de spreiding in de temperatuurpluim.
