Thursday 25 April
Weerman Jannes Wiersema
Een rug van hoge druk strekt zich uit van IJsland via de Noordzee tot over onze omgeving, maar neemt de komende 48 uur steeds verder in betekenis af. Een NW-ZO georienteerde frontale zone ligt boven onze omgeving, maar is in toenemende mate lastig te herkennen. Op 850 hPa zien we een gradient in ThetaW boven het noorden van het land, aan de grond lijkt het front gezien de dauwpunten (15 C ten zuidwesten van het front, 10 C ten noorden van het front) meer richting Engeland gepositioneerd. De dauwpunten aan de grond nemen gedurende de periode van het zuiden uit in ieder geval toe. Er lijkt ook opglijding plaats te vinden boven onze omgeving met een noordoostenwind onderin en westelijke stroming bovenin. Dit zorgt voor lichte regen boven onze omgeving. Later op zondag naderen er van het westen uit een aantal zwakke fronten en ontstaat er een laagje boven Oost-Engeland. Dit laagje heeft boven ons land een NW-ZO georienteerde vore. Wat er van de zwakke fronten overblijft is nog de vraag. Op hoogte wordt de nog altijd aanwezige hoogterug afgebroken en begint de stroming meer cyclonaal te worden. Zondagmiddag bereikt een 500 hPa trog ons land en zorgt voor activatie van de neerslag.
Synoptisch gezien lijken de modellen op een lijn te zitten, maar er zijn wel verschillen in neerslag, bewolking en temperatuur. De neerslag bij de frontale zone wordt het beste beschreven door Hirlam en EC. De beide Harm-runs zien er niet goed uit, Harm36 heeft te weinig wolkenwater, dit blijkt duidelijk uit bijvoorbeeld de cross-secties. Harm38 heeft meer wolkenwater, maar mist de neerslag in het zuiden. In het uiterste zuiden volgens alle modellen vanmiddag kans op een bui, progtemps zien er niet echter niet indrukwekkend uit. Zondag buien, nadruk volgens de modellen op de zuidoostelijke helft, daar de grootste onstabiliteit. De problemen met het wolkenwater van Harm36 heeft ook implicaties voor de maxima van zondag. Harm36 komt in het oosten lokaal met 25-26 graden bij alleen hoge bewolking. Hirlam, EC en Harm38 berekenen veel meer middelbare bewolking en komen tot iets boven de 20 graden. We kiezen dus niet voor Harm36, ook niet voor de minimumtemperaturen. Deze lijken voor komende nacht met de aanwezige bewolking aan de lage kant. Dat hebben we afgelopen nacht ook gezien. Zondag geven alle modellen een indicatie voor stratus boven West-Belgie die onze FIR mogelijk aan doet. Mogelijk hangt dit nog samen met een oud frontje. Harm36 berekent ook mist, maar de vraag is of die ontstaat vanwege het wolkenprobleem. Ook zie je boven zee wat stratus terugkomen bij de vore.
Er is veel bewolking en af en toe valt er lichte regen. Later in de middag wordt het droger maar is er in het uiterste zuiden nog kans op een enkele bui. Er staat een zwakke tot matige oost- tot noordoostenwind. De maximumtemperaturen komen uit op een graad of 17 in het noorden tot 21 in het zuiden.
Komende nacht is het bewolkt en valt er lokaal af en toe wat lichte regen. Er staat een zwakke wind uit oostelijke richting en de minimumtemperaturen liggen rond 13 graden.
Morgen overdag is het bewolkt met vooral in het noorden nog lichte regen. In de middag krijgt de zon iets meer ruimte maar volgen van het zuiden uit enkele buien. Hierbij is een kleine kans op onweer. De wind waait uit uiteenlopende richtingen en is overwegend zwak. Bij buien kan de wind vlagerig zijn. De middagtemperaturen komen uit rond 20 graden.
Maandag 13 juni bevindt ons land zich onder invloed van een hoogtrog behorende bij een hoogtelaag ten zuidwesten van IJsland. Dit hoogtelaag trekt richting onze omgeving en komt op woensdag/donderdag boven ons land te liggen, waarna het vrijdag snel richting Scandinavie wegtrekt en opvult. In het weekend van 18 en 19 juni profiteren we dan tijdelijk van een zwakke, mobiele rug. In de gronddruk zien we een vergelijkbaar patroon. Een grootschalige trog strekt zich uit van de Atlantische Oceaan via de Britse Eilanden tot over onze omgeving. In de loop van de week komt er een groot lagedrukgebied boven ons land te liggen. Dit laag trekt vervolgens naar Scandinavie weg en vult op, gevolgd door een uitloper van het Azorenhoog. Gedurende de hele periode is de gradient vrij vlak en de stroming niet sterk. We bevinden ons grotendeels in de polaire koele lucht waarin gemakkelijk buien ontstaan.
Dagelijks buien en iets te koel voor de tijd van het jaar.
zaterdag 18 juni tot en met zaterdag 25 juni
Afnemende neerslagkans met maximumtemperaturen rond de normale waarden. Aan het einde van de periode is er kleine kans (20%) op droog en warm weer
Tot en met donderdag 16 juni zijn de 500 hPa-clusters eenduidig. Allen berekenen een groot hoogtelaag boven onze omgeving. Daarna treden er verschillen op in hoe snel het hoogtelaag wegtrekt en opvult. Vervolgens hebben de meeste clusters een zwakke hoogterug ongeveer over onze omgeving volgend weekend. In vrijwel alle clusters trekt deze hoogterug snel oostwaarts waarna we in een meridionale stroming terechtkomen waarin steeds faseverschillen tussen de clusters lijken voor te komen. De wisselvalligheid neemt hiermee wel wat af, hetgeen we in de pluim en maatstaven terug zien. Aan het einde van de periode wordt in circa 10 leden (1 cluster) een omegablokkade boven West-Europa berekend. In de pluim zien we dan ook een smalle bandbreedte in de temperatuur terug, pas aan het einde van de periode zijn er een aantal warmere members te zien die bij het geblokkeerde stromingspatroon horen. Uit de pluim valt verder de dagelijkse buiigheid op, vanaf volgend weekend nemen de neerslagkansen wat af.
