Friday 19 April
Weerman Jannes Wiersema
Ten zuidoosten van Limburg ligt een hoogtelaag dit trekt verder noordwaarts en ligt in de middag net oost van Groningen. Een Atlantisch laag ligt inmiddels west van Ierland en blijft daar de rest van deze periode vrijwel onveranderd liggen. Een zwak laag boven het zuiden van Nederland samen met dit laag en vormt een vore boven onze omgeving. Deze vore beweegt langzaam noordwaarts en ligt donderdag boven Schotland. Een frontaal systeem behorende bij het Ierse laag ligt boven de Ierse Zee met het warmtefront boven het Engelse Kanaal. Dit front zal het zuidwesten van het land later in de ochtend bereiken. Het koufront verlaat donderdag na middernacht het oosten van Nederland. Een tweede koufront met daarachter de polaire lucht bereikt dan het westen.
Het is wisselend bewolkt en lokaal ook enkele mistbanken. De mistbanken zullen vrij snel oplossen.
In het zuiden zijn eerst enkele opklaringen, in het noorden is het bewolkt en in de loop van de ochtend komt er ook in het zuiden meer bewolking. In de middag trekt een gebied met buien van zuidwest naar noordoost over het land. Hierbij kan onweer voorkomen. De maxima liggen rond de 20 graden. De matige wind is zuid tot zuidwest, kracht 4 en aan de kust in de middag af en toe vrij krachtig, 5.
In de nacht naar donderdag is het bewolkt en valt er af en toe lichte regen. De wind is zuidwest, matig kracht 3 tot 4. De minimumtemperatuur wordt omstreeks 10 graden.
Donderdag overdag trekt de de regen naar het oosten weg en breekt de zon af en toe door. De middagtemperatuur wordt ongeveer 16 graden en de wind is zuidwestelijk, matig kracht 3 tot 4 en aan de kust vrij krachtig tot krachtig, 5 a 6. (Bron: KNMI)
Een laag ligt aan het begin van de periode boven Ierland; de straalstroom loopt over onze omgeving en we bevinden ons aan de koude kant in de polaire lucht. Gedurende het weekend vormt zich een tweede kern in dit hoogtelaag, die boven de Noordzee komt te liggen en bij ons voor onstabiel weer zorgt. Op maandag en dinsdag komen we onder invloed van een hoogterug, waarna een volgend hoogtelaag vanaf IJsland zuidwaarts zakt en bij ons zorgt voor een zuidelijke stroming. Aan de grond ligt er aan het begin van de periode een laag boven de Britse Eilanden, wat op vrijdag richting Scandinavië trekt en opvult. Op zaterdag en zondag hebben we te maken met buien vanaf de Noordzee, veroorzaakt door het hoogtelaag. Met (noord) westelijke aanvoer is het dan koel. Op maandag en dinsdag rustiger ten gevolge van een passerende rug, waarna de wind naar zuidelijke richting draait en warmere lucht aangevoerd wordt en we enkele droge dagen krijgen.
De eerste dagen koel en wisselvallig weer, na het weekend wat warmer.
Tot en met het weekend zijn de clusters eenduidig in de positie van de straalstroom, in alle clusters bevinden we ons in de polaire lucht. Wel zitten er verschillen in de positie van het hoogtelaag, wat gevolgen heeft voor de mate van buiigheid in het weekend. Ook het passeren van de hoogterug op maandag zit in alle clusters. Daarna komen er wel verschillen in de beschrijving van de positie van het hoogtelaag. De helft van de ensembleleden berekent dit laag ten zuidwesten van ons land, waardoor de aanvoer zuidelijk wordt, de andere helft van de leden heeft dit laag ten noorden van Schotland, waardoor de aanvoer westelijker is en de aangevoerde lucht koeler. Op langere termijn wordt de onzekerheid nog groter, waarbij de leden waarbij we ons onder invloed van een hoogtetrog bevinden, met een bijbehorend wisselvallig weertype, in de meerderheid is. De positie van het laag bepaald of er warme lucht of koele lucht aangevoerd wordt, waarbij de verdeling vrijwel 50-50 is.
Kans van 50% op een wisselvallig weertype met temperaturen rond het langjarig gemiddelde.
Bron: KNMI.
