Wednesday 24 April
Weerman Jannes Wiersema
Tussen een hoog boven Oost-Europa en een gordel van lage druk van Groenland naar Spanje voert een zuid- tot zuidoostelijke stroming droge continentale lucht aan. Boven de Britse Eilanden en de golf van Biskaje ligt het golvende polaire front en deze trekt langzaam oostwaarts. Het niet al te actieve front bereikt aan het einde van de middag het zuidwesten van ons land, trekt oostwaarts en verlaat het oosten aan het begin van de nacht naar zondag. Tegelijkertijd gaat boven de Noordzee een frontale golf verder uitdiepen met uiteindelijk een aparte lagedrukkern tot gevolg die in de nacht naar zondag boven de noordelijke Noordzee wordt verwacht. Daarachter trekt een hoogtetrog over het noorden van de FIR. Zondagochtend en -middag trekt een trog (lijkt te herleiden naar een buiengebied net ten westen van Ierland) met een bel koude lucht (< -30 C) vooral over de noordwestelijke helft van het land. Deze wordt later in de avond al weer gevolgd door een warmtefront van een volgende oceaanstoring.
Vandaag trekken er wolkenvelden over het land en blijft het vrijwel overal droog. Slechts af en toe komt de zon tevoorschijn. De zuidoostenwind is matig, aan de kust van tijd tot tijd vrij krachtig. In de loop van de middag wordt de bewolking van het westen uit dikker. Vooral in de avond is er kans op lichte regen of motregen. De middagtemperatuur loopt uiteen van 6°C in het noorden tot 9°C in het zuiden van het land. De wind wordt geleidelijk zuidelijk en is matig, langs de kust af en toe vrij krachtig.
In de nacht naar zondag maakt met name het noordwesten kans op een bui. Elders blijft het meest droog en kunnen er enkele opklaringen voorkomen. De minimumtemperatuur ligt op de meeste plaatsen net boven het vriespunt en de zuidelijke wind is matig, langs de kust (vrij) krachtig.
Zondag overdag is er af en toe ruimte voor de zon, maar vooral in het midden en noorden is er meer bewolking en kan er af en toe wat buiige regen vallen. De middagtemperatuur ligt rond de 6 graden. De zuidelijke wind is matig, langs de kust af en toe krachtig.
Nadat de blokkade boven Oost-Europa min of meer in afgebroken bouwt boven onze omgeving op maandag 30 januari opnieuw een (tijdelijke) hoogterug. Deze rug trekt woensdag naar het oosten weg, maar het duurt tot vrijdag 3 februari voordat de stroming overtuigend westelijk wordt. In de bovenlucht zien we dan uitgebreide lagedruk tussen Groenland en de Britse Eilanden waarin voortdurend hoogtelaagjes afsnoeren. Aan de grond blijft de stroming eerst aflandig en komen storingen nauwelijks of in verzwakte vorm door. Vanaf vrijdag 3 februari zien we diverse kleinschalige randstoringen over onze omgeving trekken. Dit zorgt voor meer wind en neerslag.
Licht wisselvallig en geleidelijk zachter. Vanaf woensdag mogelijk middagtemperatuur rond 10 graden en minima boven nul.
zaterdag 04 februari tot en met zaterdag 11 februari
Grote kans op wisselvallig weer met van tijd tot tijd regen en kans op veel wind. Later neemt de wisselvalligheid weer af (60% kans). Temperaturen eerst boven de normale waarden, later dalend naar de langjariggemiddelde waarden.
De clusters zijn opvallend eenduidig. De opbouw van een hoogterug die langzaam naar het oosten wegtrekt, gevolgd door een negatief NAO-regime overgaand in een zonale stroming (positieve NAO). Pas in de tweede week van februari neemt de onzekerheid toe en komen er ook weer clusters met een Europese blokkade terug (op zaterdag 11 februari 2 clusters met 33 leden). De kans op neerslag is eerst groot (maandag doorkomst van een storing), neemt daarna weer wat af. Vanaf vrijdag/zaterdag 3/4 februari hoge neerslagkansen en circa 30-40% kans op zware windstoten (Vlissingen). Er is echter ook een gering aantal members (circa 10-15%) dat windstoten in de categorie vanaf 100 km/h berekent. Dat geeft een (zwakke) indicatie dat een van de snel uitdiepende randstoringen een venijnig windveld geeft boven onze omgeving. In de tweede week van februari nemen de kans op neerslag en wind onder invloed van mogelijke blokkadevorming weer wat af. De winter lijkt voorlopig ver weg, op een enkele stralingsnacht aan het begin van de periode na. Die kans is beperkt, het aantal members dat maandag- en dinsdagnacht (30/31 januari) nachtvorst berekent is 10-30% (vooral het noord(oost)en van het land). Dat aantal is echter wel gegroeid in de 12Z t.o.v. de 00Z. Dit uit zich ook in de spreiding in dauwpunt en windrichting.
Bron: KNMI
